Albertkanaal

  • Aantal objecten
    27 bruggen
  • Soort objecten
    Bruggen
  • Opdrachtgever
    Vlaamse Waterweg
    Stefan Sablon, projectleider Investeringen
  • Ingenieursbureau
    NEY & Partners
    Laurent Ney, bedrijfsleider

Over het Albertkanaal in België waren 27 bruggen toe aan vervanging. De Vlaamse Waterweg, de opdrachtgever van het project heeft een wedstrijd uitgezet om een generieke brug te ontwerpen. Het ontwerp van deze brug dient als referentievoorbeeld voor de andere bruggen over het kanaal. Deze wedstrijd is gewonnen door Ney & Partners die een robuust design hebben ontworpen. Op grond van praktische, met name budgettaire, overwegingen is de serie bruggen in kleinere sub-series vervolgens opgedragen aan de markt. De omvang van de sub-series is bepaald door de beschikbaarheid van budget en de mogelijkheid om in bepaalde jaren gebruik te mogen maken van DBFM.

Marktbenadering en aanbesteding

Vanaf 2005 zag de Vlaamse Waterweg een groei in het vaarverkeer over het Albertkanaal. Echter waren de bruggen over het kanaal niet hoog genoeg voor schepen met vier lagen containers. Met de toenemende drukte van vaarverkeer op het Albertkanaal wilden ze graag alle bruggen over de vaarweg verhogen naar een uniforme hoogte van 9,10 meter. Bij deze hoogte zouden ook de schepen met vier lagen containers door het Albertkanaal kunnen varen. Dit had uiteraard alleen zin als alle bruggen aanpakt zouden worden.

Ontwerp
De Vlaamse Bouwmeester heeft ervoor gezorgd dat een esthetisch verantwoord ontwerp gemaakt zou worden dat stedenbouwkundig en landschappelijk past bij het kanaal en de omgeving. Drie bruggen zijn qua eisen afwijkend van de andere 24, omdat daar treinen of trams overheen moeten. Voor de overige was behoefte aan een generiek ontwerp op hoofdlijnen, dat geschikt is om per brug verder uitgewerkt te worden.

De opdrachtgever heeft een wedstrijd georganiseerd voor verschillende partijen. De opdracht was om een generieke brug te ontwerpen voor het Albertkanaal. De winnaar mocht vervolgens één echte brug in detail ontwerpen voor over het Albertkanaal dat zou dienen als het referentievoorbeeld voor de andere bruggen. De randvoorwaarden waren erg specifiek. Echter zijn de bruggen niet identiek, aangezien iedere brug een andere overspanning heeft of bijvoorbeeld andere aansluitingen heeft op het wegennet in de omgeving.

Realisatie
De realisatie van de overige bruggen op basis van het winnende brugontwerp werd vervolgens gedaan gedurende 10 jaar door verschillende andere bouwcombinaties, via zowel reguliere als DBFM contracten.

Samenstelling portfolio

Ontwerp
Alle bruggen in het kanaal zijn als één pakket beschouwd. Op grond van grote functionele verschillen zijn er drie separaat gerealiseerd. Eén van die bruggen is in eigendom van de spoorwegen (Infrabel). De bruggen zijn samengesteld op basis van het feit dat ze ongeveer dezelfde functionele specificaties hebben en alle nieuwe bruggen van dezelfde hoogte moesten worden; ze deelden dus een aantal randvoorwaarden. Ook toekomstige bruggen over kanalen in de buurt van het Albertkanaal worden mogelijk gebouwd op basis van hetzelfde generieke ontwerp.

Realisatie
Er is vooraf geen masterplan met een samenhangende marktbenaderingsstrategie gemaakt voor de realisatie van de bruggen. Op grond van praktische, met name budgettaire, overwegingen is de serie van 24 in kleinere sub-series opgedragen aan de markt. Beschikbaarheid van budget en de mogelijkheid om in bepaalde jaren gebruik te mogen maken van DBFM, bepaalde de omvang van deze sub-series.

Het ging hier om series bruggen die gelijktijdig of kort achter elkaar in uitvoering kwamen. Bij de maker van de bruggen heeft dit tot efficiencyvoordelen geleid.

Voor de 24 bruggen die vervangen moesten worden, is voor iets meer dan de helft van de bruggen een DBFM contract opgesteld. Deze bruggen zijn vervolgens weer onderverdeeld in twee pakketten van zeven bruggen. Deze bruggen zijn vervangen naar aanleiding van de referentiebrug die ontworpen is door de winnaar van de wedstrijd zoals hierboven beschreven. Bij de laatste zeven bruggen is er gekeken in hoeverre die zeven bruggen hetzelfde kunnen zijn wat betreft de belasting, vermoeiing en structuur. Voor vijf van deze bruggen was er voldoende overlap om één plan te maken, dat is vervolgens door gecontracteerd naar een van de aannemers.

Voor de overige bruggen die buiten het DBFM contract vielen, heeft de landschapsarchitect richting gegeven aan het uitvoeringsontwerp.

Ambitie, visie, doelstellingen

De ambitie was meegegeven door de Vlaamse Bouwmeester om één identiteit te geven aan de bruggen passend bij stad en landschap. Uiteraard kwam daarnaast het kostenvoordeel van seriematig werken ook goed uit. De bouwmeester kwam met de ambitie om het esthetisch zo goed mogelijk aan te pakken, hierbij moet zeker gedacht worden aan het landschap. Hierbij is draagvlak een belangrijk onderdeel. Er werd getracht door het vervangen of renoveren van bijvoorbeeld een brug ook vooruitgang te boeken met de omliggende fietspaden en/of natuur. Op aanraden van de bouwmeester is er een landschapsarchitect betrokken om een samenhangend ontwerp te maken voor de 24 bruggen en het omliggende landschap, dat verschilt van landelijk tot stedelijk en industrieel.

Het denken in series mag innovatie niet in de weg staan, dat zou volgens NEY & Partners onderdeel moeten zijn van de visie op seriematig werken.

De ambitie van de opdrachtgever is om de opgave integraal maatschappelijk aan te pakken. Hiervoor gebruiken ze een kosten-baten analyse waarbij zaken als uitstoot, stikstof, onderhoud en herstelkosten zijn meegenomen.

Ontwerpkeuzes

“Wanneer bruggen generiek zijn, bouw je in sommige gevallen ook wel eens dingen die niet nodig zijn.” – Laurent Ney

In het ontwerpproces moeten de concepten robuust zijn. Dit houdt dus in dat alles wat er niet nodig is aan de brug geschrapt wordt, op die manier ontstaat er een robuust design. Alle stappen en keuzes moeten immers herhaalbaar zijn, ook als de randvoorwaarden enigszins verschillen tussen de bruggen.

Voor het Albertkanaal is er voor één identiteit gekozen over de 24 bruggen heen. Ney & Partners werken ook aan een serie bruggen in Frankrijk, deze bruggen zullen een hele andere identiteit krijgen dan de bruggen in België. Voor iedere (culturele) context is er een andere optimale brug.

De opdrachtgever geeft ook aan dat er qua ontwerp voordeel zat, aangezien er voor een generieke typologie kon worden gekozen. Er zijn vaste lengte, breedte en hoogte verhoudingen vastgelegd in het eisenpakket. Door deze keuze waren er voor de 24 bruggen maar vijf sets aan afmetingen. De sterkteberekeningen en detaillering moesten wel nog apart gebeuren.

De opdrachtgever geeft aan dat er door het werken met series er ook minder fouten in het ontwerp zitten. Na het aanpakken van ongeveer vier bruggen zijn 95% van de issues gedetecteerd en verbeterd.

Ontwerpkeuzes worden in reguliere projecten ook gemaakt in overleg met vergunningverleners van bijvoorbeeld gemeenten. Eén generiek ontwerp (gesteund door de Vlaamse Bouwmeester) heeft het proces van vergunningverlening enorm vergemakkelijkt. Er was immers aantoonbaar een zeer zorgvuldig ontwerptraject gevolgd met respect voor landschap en omgeving.

Innovatie/standaardisering/digitalisering

Het ingenieursbureau geeft aan dat het ontwerp goed overdraagbaar moet worden gemaakt, aangezien je zelf niet betrokken bent bij de realisatie. Het bureau geeft aan dat er qua innovatie in een serie soms iets minder getest kan worden dan bij een enkele brug. Als je wilt testen, heb je tijd nodig en dat is er bij een serie niet altijd. Wij vroegen hoe ze tegenover het standaardiseren van componenten staan. Ney & Partners geeft aan dat ze bij standaardisatie ook denken aan het risico dat er inefficiënt gewerkt wordt. Die angst komt voort uit het feit dat het object vaak te complex is voor standaard componenten. Nota bene; het Albertkanaal had vijf sets aan afmetingen nodig voor de 24 bruggen.

De opdrachtgever geeft aan dat hij pakketten met (identieke) objecten liever niet te groot en lang lopend maakt, zodat er ook nog ruimte is voor aanpassingen op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Dit vraagt ook om meer flexibele contracten waar nog ruimte is voor aanpassing.

Omgevingsmanagement

Een van de gunningscriteria was hindermanagement. Aannemers gingen daardoor zelf actief op zoek naar manieren om de hinder te beperken. Ze moeten aangeven hoeveel hinder ze op iedere as verwachten, dus voor auto-, fiets-, vaarverkeer etc. Deze hinder wordt becijferd met beschikbaarheidscorrecties, op die manier kan er gewicht worden gehangen aan hinder. Doordat het een gunningscriterium is zit hinder ook in het contract en de prijs inbegrepen. Als het hindermanagement uiteindelijk meer kost, komt dat bij de aannemer te liggen. Als het minder kost, kan de aannemer krediet opbouwen. De aannemer zal hierdoor geprikkeld worden om zo slim mogelijk te werk te gaan en bijvoorbeeld op zondag bruggen te vervangen omdat er dan weinig verkeer is. Om tijdens het vervangen de onderbreking te beperken wordt er ook gewerkt met een tijdelijke brug. Dit is een generieke brug die op tijdelijke pijlers wordt gebouwd, deze kan verplaatst worden naar een volgende plek.

Voorbereiding en realisatie

In de voorbereidingsfase win je tijd, doordat het ontwerp deels generiek is (inclusief vergunningen).

Samenwerking, houding en gedrag

Enerzijds helpt een langere samenwerking voor wederzijds vertrouwen en zorgt het ervoor dat je soms minder kritisch kan zijn. Er wordt ook meer met elkaar meegedacht. Anderzijds is een relatie ook comfortabel en moeten de opdrachtgever en de opdrachtnemer uitgedaagd blijven worden. Af en toe is vers bloed dus nuttig om de scherpte erin te houden.

De ontwerper geeft aan dat ze graag samenwerken met de makers, het liefste in de vorm van design & build. Op die manier kunnen ze goed sturen op wat er mogelijk is en wat niet.

De opdrachtgever geeft aan dat hij de bouwmeester in het begin als tegenstander zag, maar vrij snel in het project werd duidelijk dat de Vlaamse Bouwmeester hen wilde helpen. Hiervoor was het noodzakelijk om elkaars belangen te leren kennen. Wanneer er goed naar elkaar geluisterd wordt, kunnen zaken, als het aanvragen van vergunningen, vaak soepeler en sneller verlopen.

Verduurzaming

Ten tijde van de start van dit project waren er nog niet erg veel duurzaamheidsambities. Er werd wel gekeken naar enige mate van circulariteit in onderdelen en Co2 reductie. De opdrachtgever geeft tevens aan dat het belangrijk om nog enige ruimte in het contract op te nemen voor innovatieve en duurzame ontwikkelingen die gedurende het project opspelen.

Financiën en risico’s

Het ingenieursbureau geeft aan dat het een risico is als er teveel bruggen bij één marktpartij worden belegd. Voor de juiste snelheid dient de hele markt meegenomen te worden. Uiteindelijk is in deze casus toch gekozen voor één partij, die twee series gemaakt heeft van respectievelijk 7 en 8 bruggen.

Advies voor samenstelling portfolio’s

We vroegen Vlaamse Waterweg en Ney & Partners wat voor advies zij andere projecten, die op deze manier willen gaan werken, zouden meegeven.

Ney & Partners geeft aan dat bij een omvangrijke opgave je het niet in één keer moet uitbesteden, maar het beter in onderdelen kan knippen. Dit aangezien er altijd een learning curve zit aan zo’n proces, ook voor de opdrachtgever. Tevens moet de opdrachtgever duidelijk zijn met de visie; wat wens je te bereiken. Wanneer die visie er is, kan de opdracht effectief in de markt gezet worden. Een design & build constructie waar aannemers en ontwerpers samenwerken wordt gezien als een prettige constructie. De kunst is om genoeg speelruimte voor bouwers te laten in een ontwerp. Elke bouwer heeft namelijk zijn eigen werktuigen, gewoonten en machines waardoor ze allemaal op een net andere manier optimaal kunnen werken. Een generiek ontwerp moet je dus aan kunnen passen aan de werkwijzen van de bouwers.

Vlaamse Waterweg zou de manier van werken, zoals ze hebben gedaan bij het Albertkanaal, zeker aanraden. Volgens hen is seriematig werken altijd zinvol. Er zal niet vaak een volledige overlap zitten in objecten, maar er kan vaak wel geclusterd worden en met een klein aantal archetypes gewerkt worden. De opdrachtgever vertelt ook meer over voortrajecten, hierbij mengen werknemers vanuit de opdrachtgevende kant zich met de ontwerpers. Door fysiek door elkaar heen te zitten, worden issues die opkomen gelijk met elkaar besproken. Dit bevordert de samenwerking. Zodra de projecten uit het voortraject komen en aanbesteed worden, kan er een onderscheid gemaakt worden in werkwijze tussen een DBFM of een reguliere contractvorm. Alles wat generiek kan, waar meer herhaling zit en een beheersbaar risiconiveau heeft, kan in een DBFM contract. Andere objecten, waar sprake is van meer uniciteit en een lastige omgeving en/of lastig beheersbare risico’s, zou je parallel via een regulier contract kunnen aanbesteden.

Momenteel is Ney & Partners ook bezig met bruggen over een kanaal in Frankrijk, waar ook seriematig wordt gewerkt. Het feit dat voor deze bruggen gewerkt kan worden met een generiek model is interessant. Ook is het landschap leidend bij deze bruggen. Mede door repetitie van het type bruggen wordt de identiteit van het kanaal gevormd. Voor de opdrachtgever zijn architectuur en landschapsvisie dus erg belangrijk, maar daarnaast is de opdrachtgever ook geïnteresseerd in bruggen die weinig onderhoud vragen en niet al te hoog geprijsd zijn.


Wil je ook geïnterviewd worden of ken je een goed voorbeeld: mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Deze site is mogelijk gemaakt door De Bouwcampus binnen de opgave Vervanging & Renovatie Infrastructuur. Doel is het ontwikkelen van een innovatieve aanpak om de omvangrijke vervangings- en renovatieopgave van infrastructuur duurzaam, betaalbaar en met zo min mogelijk hinder te realiseren. Ben je niet bekend met De Bouwcampus? Bezoek de website.