TenneT spreekt niet van inkoop, maar van supplychain management. Er worden langjarige contractuele relaties gelegd met partijen die nodig zijn om de projecten te realiseren. Opdrachten worden gegund op basis van past performance. TenneT ervaart een inkoopvoordeel doordat ze kapitaalintensieve assets rechtstreeks inkopen. Waar TenneT voordeel heeft van inkoopvolume doen ze het. Ze streven naar het creëren van de meeste toegevoegde waarde: redelijke prijs, renewable, reliable. Deze drie zijn gelijkwaardig.
TenneT spreekt niet van inkoop, maar van supplychain management. Er worden langjarige contractuele relaties gelegd met partijen die nodig zijn om de projecten te realiseren.
De vraag die TenneT zichzelf stelt is: hoe kunnen we resources binnen de EU aanbestedingswet zo goed mogelijk inrichten? Als je te maken hebt met tender op tender op tender, dan is er een geringe kans op slagen voor aannemers. Op die manier wordt er veel effort in gestoken, veel tijd verkwist van zeer schaarse medewerkers en is er een geringe vangst.
Er zijn bij TenneT tenderprogramma’s per categorie: de bouw van hoogspanningsstations, de aanleg van kabels etc. doen nu E0303: die opgave is enorm de komende jaren. Het is dan verspilling om elke keer tender op tender te doen. Je creëert daarmee ook geen context voor partijen om te gaan investeren, aangezien het onzeker is hoe de pijplijn eruit ziet nadat ze klaar zijn met de klus. In E303, leggen partijen zichzelf elf jaar vast, eerst vijf jaar en dan met verlengingsopties van twee keer drie jaar. Er wordt bij TenneT dus een inkooptransitie doorgemaakt. Waarbij EU303 al de derde versie van een dergelijke raamovereenkomst is, die twee jaar geleden is gestart. De hele ontwikkeling duurt vijf jaar. Er worden veel positieve geluiden ontvangen van huisaannemers.
TenneT gunt de opdracht op basis van past performance. Dat heeft te maken met het feit dat de opgave zo enorm is. We kunnen niet zonder elkaar. Onder past performance verstaat ze: hoe voorspelbaar ben je geweest? Wordt er teveel oud aannemers gedrag vertoond? Was het project succesvol? Zijn beide partijen wederzijds goed beoordeeld? Hoe was de wisselwerking? Heb je geïnnoveerd? In de tenderprocessen merkt TenneT dat het verschil tussen de partijen vaak te maken heeft met hoe de partijen risico’s inschatten.
TenneT kiest voor een aanpak waarbij wordt uitgegaan van het contracteren van een partner waarmee je alle werkzaamheden doet binnen een bepaalde categorie. Er is dus geen sprake van de vorming van slimme series van objecten/projecten door de opdrachtgever die separaat worden aanbesteed.
Daarnaast sluit TenneT zelf langlopende contracten met leveranciers van belangrijke componenten die in veel projecten nodig zijn (quote: dat laat ik toch niet aan de aannemer over). Denk hierbij aan hoogspanningsmasten, transformatoren etc.. Het kennisniveau bij TenneT is groter dan bij de aannemer. TenneT regelt zelf dat deze componenten tijdig beschikbaar zijn door samen te werken met de leveranciers, waarbij de productie en inkoop los is van de dynamiek van individuele projecten. Het aangaan van een langere relatie met leveranciers/onderaannemers biedt ook kansen om meer betrokken te zijn bij innovatie en ontwikkeling. De directeur van TenneT is bijvoorbeeld zelf betrokken bij het initiatief in hun supplychain gericht op meer circulariteit voor gebruikte materialen als koper.
Er komt een grote opgave aan; de energietransitie. Sjouke Bootsma ziet dat als een industriële revolutie in energielandschap. In Nederland is er de opgave om op zee verder uit te bouwen, dit betekent dat ze moeten zorgen voor transport van stroom van zee naar land.
TenneT hecht veel waarde aan het opbouwen van vertrouwen in elkaar. Er is veel hufterigheid tussen opdrachtgevers en aannemers, dat hindert nu nog. Een grote uitdaging is het feit dat TenneT vaak te maken heeft met een ingebouwd wantrouwen op technisch inhoudelijke gebied, een bouwteam van partijen die TenneT heeft gecontracteerd kan hiervoor een oplossing zijn.
Doordat TenneT voor langere tijd samenwerkt met marktpartijen is er tijd om de relatie te bestendigen, dat werkt prettig. Ze ervaren dat er minder kunstjes geflikt worden nu ze langer samenwerken met dezelfde partijen. Door een langere samenwerking kan er ook aan flexibiliteit en betrouwbaarheid gewonnen worden, zo kan er bijvoorbeeld met projecten geschoven worden als er een van de projecten vertraagd is. De aannemer is ook gebaat bij deze continuïteit. Echter is het winnen van vertrouwen wel moeilijk, dat geldt ook voor het afleren van oud gedrag.
Deze werkwijze vraagt ook om een andere rol voor de opdrachtgever. Techneuten moeten op een andere manier gaan specialiseren, dat vraagt om een andere manier van aansturen. Je moet goed in het gesprek kunnen gaan en de kunst van het escaleren gaan beheersen.
TenneT ervaart een inkoopvoordeel doordat ze kapitaalintensieve assets rechtstreeks inkopen. Waar TenneT voordeel heeft van inkoopvolume doen ze het. Ze streven naar het creëren van de meeste toegevoegde waarde:
Deze drie zijn gelijkwaardig. Reliable wordt hier gezien als beschikbaar indien de activiteiten nodig zijn. Het kan niet zo zijn dat TenneT een project niet kan realiseren op het geplande moment omdat de benodigde menskracht, materialen, componenten, materieel etc. niet beschikbaar zijn. TenneT analyseert zelf waar mogelijk kritieke elementen in die supplychain zitten en neemt dan zelf maatregelen om die risico’s te beperken. Daar afspraken over maken met partijen in de supplychain is essentieel.
De masten van TenneT worden bijvoorbeeld seriematig geproduceerd. Hierbij doe je een appèl op de productie. De productie dient losgekoppeld te worden van de vraag uit de projecten, want als je de producten afstelt op de projecten schiet het niet op. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de standaardcomponenten van staal voor de masten. In plaats van te wachten op de vraag vanuit de projecten, bouwt TenneT een voorraad op door alvast standaardcomponenten te laten produceren. Dit betekent dat de projecten ook een stukje autonomie kwijt zijn, doordat de inkoop voor een deel al gedaan is. Momenteel wordt 10-15% van de inkoop los van de projecten besteld.
Ook bij vervanging van objecten gaat TenneT ver met standaardiseren. Bestaande assets die vervangen dienen te worden, worden fabrieksmatig in elkaar gezet. In de fabriek vinden tevens de keuringen plaats. Via plug and play worden de assets op hun nieuwe plek neergezet.
Bij TenneT hebben ze wel gemerkt dat op alle vlakken van innovatie er een zogenaamde “inslingertijd” nodig is; een tijd om te leren.
Rijkswaterstaat is de grootste partij op het gebied van civiel, maar zij gebruiken een andere benadering. ProRail is wel geïnteresseerd in de manier waarop TenneT werkt, echter wordt daar opgemerkt dat de politieke argumenten de technische know how overschaduwen. Schiphol is heel geïnteresseerd en durft ver te gaan.
Op strategisch niveau is er contact met RWS en ProRail. TenneT kan hier niet veel van leren. In de publieke sector wordt Schiphol genoemd als organisatie waarmee ervaringen worden uitgewisseld. Ontwikkelingen over inkoop en supplychain management bespreekt TenneT wel met grote inkopers in de private sector. Er zijn meerdere verbanden bijvoorbeeld; Stuurgroep Inkoop Grote Bedrijven (SIGB). Dit is een netwerk van CPO's en andere inkoopbeslissers bij grote Nederlandse bedrijven en instellingen (Heineken, DSM, AKZO etc.). Er zijn ook verbanden met netwerk beherende bedrijven. Hierbij kijkt TenneT specifiek naar wat er speelt in de supplychain rondom netwerken.
Wil je ook geïnterviewd worden of ken je een goed voorbeeld: mail naar
Deze site is mogelijk gemaakt door De Bouwcampus binnen de opgave Vervanging & Renovatie Infrastructuur. Doel is het ontwikkelen van een innovatieve aanpak om de omvangrijke vervangings- en renovatieopgave van infrastructuur duurzaam, betaalbaar en met zo min mogelijk hinder te realiseren. Ben je niet bekend met De Bouwcampus? Bezoek de website.